Wie dacht dat poetsen bij gezinnen saai en vervelend werk is, zingt na een ontmoeting met Dorien Wagemans een ander lied. Dorien vertelt dat een poetsklus voor haar een kwestie is van zichzelf uitdagen – ‘mijzelf pushen’, noemt ze het – en de kick ervaren van een écht proper huis achter te laten bij verraste en dankbare klanten. In een levendig gesprek over haar werk, ontdekken we samen het geheim achter rasecht poetstalent. En dat blijkt heel wat meer te zijn dan productkennis, poetstechnieken en een slimme tijdsbesteding.
Dorien werkt 32 uur per week. In de ochtend werkt ze bij vaste klanten. In de namiddagen vervangt ze zieke collega’s en komt daardoor bij veel verschillende gezinnen terecht. ‘Geweldig boeiend’, zegt ze. ‘Aankomen in een nieuw huis. Zien wat er nodig is. Ontdekken hoe andere mensen leven. Benieuwd zijn hoever ik ga geraken in die nieuwe omgeving. De werkstijl van mijn collega zo ook een beetje doorzien. Allemaal geweldig interessant!’ Ze noemt zichzelf een pietje precies. Ze wil het beste voor de mensen. Ze wil trots zijn op haar werk. ‘Als ik de deur toe doe, wil ik kunnen zeggen tegen mezelf Dorien, dat heb je weer keigoed gedaan.’
Hier ben ik!
Ze knipt vrolijk met haar vingers als ze vertelt hoeveel plezier ze heeft in een stevig werktempo. Hier ben ik, let’s go!, zegt ze bij zichzelf wanneer ze bij een gezin arriveert. En dan begint het rondvliegen in de woning. Heerlijk om op te ruimen, een afwaske te doen, het nest van haar klanten te doen blinken. Tot en met plintjes, deurstijlen en stopcontacten. Want het is pas proper als àlles proper is, lacht ze. Ze legt de lat hoog voor zichzelf, toegegeven. ‘Ik moet me daar wel van bewust blijven. Ervoor zorgen dat ik er niet over ga.’
Opleiding voor nieuwe collega’s
Dorien geeft ook opleiding aan startende poetshulpen. In kleine groepjes van twee of drie personen krijgen ze een halve dag theorie. Dan volgt nog een halve dag om de kennis te herhalen en toe te passen. ‘Ik leer hen hoe te beginnen bij een nieuwe klant. Hun tijd slim indelen. Materialenkennis. Technieken om te dweilen. De tweede sessie zetten we het om in de praktijk. Dan poetsen we meestal de keuken en de toiletten in het strijkatelier van Vosselaar.’
‘Is poetsen dan iets wat mensen moeten leren’, vraag ik – toegegeven – een beetje verbaasd.
‘Ja, niet iedereen heeft dat van thuis meegekregen. En, zelfs na opleiding blijkt ook: niet iedereen heeft het.’
‘Het?’, vraag ik.
‘Je kunt wel dingen aanleren, maar écht goed poetsen is toch ook wel een talent’, zegt ze.
Poetstalent?!
Aha. Daar valt een belangrijk woord. Talent! Wat typeert een huishoudhulp met talent? Dorien denkt hardop na. Basisvaardigheden zijn duidelijk: een mens moet materialen kennen, een beetje volgens een slim plan kunnen werken en de juiste handelingen kunnen doen om een huis proper te krijgen. Het talent, dat tikkeltje extra, geeft glans aan die basisvaardigheden. Tijdens ons gesprek bedenkt Dorien zes dingen waaraan je rasecht poetstalent kunt herkennen:
- Oog voor detail. Echt proper is het pas als ook de kleine dingen niet aan de aandacht ontsnappen. Spinnenwebben, plintjes, afvoerputjes, deurstijlen, stopcontacten, lichtschakelaars.
- Goesting: een getalenteerde huishoudhulp heeft een houding waaraan je kunt zien dat ze haar werk fijn vindt. Energiek, rechtop, open om eraan te beginnen.
- Graag bewegen: huishoudelijke hulp is een actief beroep. Een mens is in de weer, bezig, maakt tempo. ‘Om je werk echt goed te kunnen doen, is het belangrijk dat je graag in beweging bent’, zegt Dorien.
- Flexibel zijn. ’t Is altijd zien wat nodig is, en je werk daaraan aanpassen. Soms moet daarvoor de routine doorbroken worden.
- Graag met andere mensen omgaan. ‘Sociaal zijn hoort erbij. Je moet contact hebben met je klanten. Kunnen luisteren naar wat ze je vragen. Durven vertellen wat je vindt dat je moet zeggen.’
- Openstaan voor commentaar. Klanten geven soms kritiek, doen al eens een suggestie, stellen een vraag. ‘Dan is de kunst om dat niet persoonlijk op te nemen, maar er iets positief van te maken. Zoeken naar oplossingen werkt beter dan je gekwetst voelen.’
Waardering: dat tikje extra
Vaardigheden plus talent toveren gewoon werk om tot écht goed werk, tot werk dat kan blijven boeien, zegt Dorien. ‘Je kunt dan nog wel weten welke producten je best gebruikt, dat je met twee dweilen moet werken en wat weet ik nog allemaal. Als je geen oog hebt voor de details, als je niet graag in beweging bent,… dan wordt het uiteindelijk niks.’
Opleiding is soms nodig, zegt Dorien. Het helpt mensen op gang die nog wat zoekende zijn. Maar niet alles is aan te leren. Dorien: ‘Goesting bijvoorbeeld: je kunt dat niet in een checklist zetten, niet aanleren. Goesting komt van binnenuit. Dat kan je zien. Klanten voelen dat.’
Wie werkt met goesting weet trouwens dat het loont om werk te doen dat helemaal past bij je talent. Dan komt de waardering vanzelf naar je toe. En waardering zorgt ervoor dat goed, boeiend werk ook oprecht voldoening schenkt.