We staan allemaal op elkaars schouders

Met een brede glimlach vertelt Heidi Verlinden me dat ze teamleider is in de kringwinkel van Putte. Ze doet ’s morgens de winkel open en doet die ’s avonds weer dicht. Ze organiseert de winkel en het werk van een klein team van drie medewerkers. Heidi heeft een huis, een auto, een caravannetje in Frankrijk. ‘Ik ben fier op wat ik bereikte. En daarom werk ik zo graag.’ Ik vroeg haar wat ze zou doen als ze ergens een standbeeld zou mogen zetten. ‘Dan zou ik een grote boom planten op de Werft in Geel, waar ik twintig jaar geleden bij De Kringwinkel mocht starten.  Een sterke eik zou het zijn, want die wordt heel oud. En die boom zou diepe wortels hebben daar, net zoals ik.’

Toen Heidi aan de slag ging bij De Kringwinkel belandde ze op een avontuurlijke koers van leren, voor zichzelf durven opkomen en grenzen verleggen. En – belangrijker dan wat ook – ze ontwikkelde een positieve kijk op het leven. ‘Vroeger zou ik vooral gezegd hebben dat ik altijd maar weer tegenslag had. Nu bekijk ik de boel vanuit wat er wél goed gaat’, zegt Heidi. Het effect daarvan? ‘Je voelt je gewoon beter dan, en het gaat vooruit in het leven.’

“Als je positief kijkt naar het leven, dan gaat het makkelijker. Dan gaat het vooruit.”

Heidi staat op de schouders van collega’s die in haar geloofden vanaf die eerste dag dat ze in Geel van start ging. Ze denkt in het bijzonder aan Hade, die haar lang geleden aan boord tilde. In dezelfde adem noemt ze Maarten, die haar capaciteiten zag en haar kansen gaf om door te groeien.

Leren schrijven

‘Veel opleiding had ik niet gehad. Het getuigschrift van Gezinsnijverheidstechnieken in het bijzonder onderwijs stelde op zich niet zo veel voor. Ik kon niet goed schrijven toen ik in de Kringwinkel begon. Ik twijfelde enorm aan mezelf. Bij de kringwinkel kreeg ik de kans om basiseducatie te volgen. Ik leerde schrijven en kon dat op mijn werk blijven oefenen. Ik deed heel verschillende dingen in de kringwinkel. Zo ben ik lang chauffeur geweest. Ik legde spontaan het werk uit aan nieuwelingen. En ondanks dat ik voortdurend twijfelde aan mezelf, zag stafmedewerker Maarten wel wat ik deed en wat ik kon.’

“Ik twijfelde altijd aan mezelf. Het is pas doordat andere mensen me vertelden wat ze in mij zagen, dat ik van die twijfel een beetje kon loskomen.”

Kom eens naar de bureau

Drie jaar geleden, toen ze haar laatste Kerstbeurs in de winkel in Geel had opgezet, moest ze naar de bureau gaan. Met een hart vol twijfel ging Heidi naar boven. In het gesprek dat daarop volgde, verraste Maarten haar met de vraag of ze teamleider wilde worden. ‘Jij verdient dat’, had hij gezegd. En ook : ‘Je gaat dat goed doen. We gaan je helpen.’ Een rollercoaster van emoties volgde. Eerst was er de ontroering, omdat mensen in haar geloofden. Dan de twijfel – alweer. En dan de angst voor wat komen ging. ‘Ik moest een lange stage doen in Herentals. Ik heb gehuid, gehuild omdat ik in Geel moest weggaan. Ik voelde al mijn vertrouwde houvast wegglijden.’

Confrontatie met oud zeer

In de grote kringwinkel in Herentals moest Heidi 35 nieuwe mensen leren kennen. En kwam ze oud zeer tegen. Eén van haar werkbegeleiders raakte haar af en toe gemoedelijk aan. Voor Heidi was dat een keiharde confrontatie met herinneringen aan misbruik in haar prille jeugd. Het leek alsof haar leven bij de kringwinkel op z’n grondvesten daverde. Gesteund door collega’s raapte Heidi haar moed bijeen en vertelde haar werkbegeleider waarmee ze moeite had. ‘En hij accepteerde dat en hield vanaf dat ogenblik een respectvolle afstand. In feite was dat een cadeau. Ik kon nu ook zien waar mijn persoonlijke grenzen liggen en leerde mijn behoeften niet langer weg te cijferen.’

We staan allemaal op elkaars schouders

Op wiens schouders sta jij, lezer? Neen, echt: als je nadenkt over je leven en je werk, over wat je bereikt hebt en waar je trots op bent, vraag je dan eens af welke mensen op die weg belangrijk voor je waren. Zoals Heidi deed. Dan stel je vast dat het de steun van anderen is die jouw weg mee maakt. En dat je die steun ook kunt zijn voor anderen.  Zoals Heidi: ‘Ik leerde dat het geen schande is dat je misbruikt bent geweest. Het is mij overkomen, maar ik hoef daar niet geheimzinnig over te doen. Het is zelfs beter om daar gewoon voor uit te komen. Dan kan je ook een steun zijn voor andere mensen die een gelijkaardige pijn meedragen.’

Awel, dan smelt je

Hij had op korte tijd twee collega’s in zijn team moeten laten gaan. Het had er nochtans een tijdje goed uitgezien. Eén van hen had z’n leven terug op de rails gekregen, en dan ineens, van de ene dag op de andere verzeilde die opnieuw in de drugs. Werfleider Denis had er hemel en aarde voor verzet, vertelt hij. Hij had er zwaar van afgezien. ‘Je neemt dat mee, je trekt je dat enorm aan’, zegt hij. Denis begon te twijfelen aan alles. Met op kop: twijfelen aan zichzelf. Het was een moeilijke tijd, die zomer van 2018. En dan, op een schone dag, werd Denis naar de bureau geroepen. Dan gaat er van alles door je heen …

… Met lood in de schoenen loopt Denis naar ‘den bureau’. Hij werd er opgewacht door directeur Kris. Die lachte en wees naar de tafel. Daar stond een geschenk! Met een kaart erbij, waarop stond geschreven dat Denis die moeilijke dingen goed had gedaan. Dat hij zich niet mocht laten gaan. Getekend: alle collega’s van Boskat.

“Die gasten hebben allemaal hun eigen problemen. Dan is het toch fantastisch dat die gezien hebben hoe half lamgeslagen ik erbij liep.”

‘Awel, dan smelt je toch’, zegt Denis. ‘Hoe zot is dat dan! Die gasten hebben zelf allemaal hun persoonlijke problemen. Dan is het toch fantastisch dat die gezien hebben dat ik er zo wat half lamgeslagen bijliep. Ik was daar zo van aangedaan dat de tranen in mijn ogen stonden.’ Denis is direct naar de werf gereden om iedereen een super merci te gaan zeggen. ‘En de volgende ochtend heb ik iedereen bijeen gepakt en nog eens extra bedankt.’

Niks onder tafel steken

Het pijnlijkste was dat Denis’ persoonlijke geschiedenis door een van die ontslagen jongens misbruikt werd. Dat blies ‘m toen van z’n sokken. Twintig jaar geleden zat Denis zelf in het drugsmilieu.  ‘Ik vertel dat gewoon. Dat hoort bij mijn leven. Dat is mijn zwakke plek en die wil ik gerust mee op tafel leggen. Daardoor kan mijn leven ook een beetje een voorbeeld zijn voor mijn mannen.’

“Scheelt er iets? ’t Is een kleine vraag die een groot verschil maakt. Want als je weet wat er hapert, kan je daar iets mee.”

‘Ge moet goed zien’, zegt Denis. Zien hoe het met iedereen is. ‘Ik voel dat direct aan, als er iets scheef zit met mijn mannen.’ En als er iemand van de ploeg er een beetje verweesd bijloopt, dan zal Denis daar direct iets mee doen. ‘Scheelt er iets?’: ’t is een kleine vraag, die een groot verschil maakt, meent Denis. Want als je weet wat er hapert, kan je daar iets mee doen. ‘Dat is voor mij de belangrijkste kwaliteit van een werfleider in een sociale werkplaats. ‘Ik vind dat maar normaal eigenlijk. Want als je niet gelukkig op de werf staat, dan kan je ook geen goed werk afleveren.’

Bijspringen

‘Daarom zijn onze mannen bij Boskat, hé: omdat ze hun leven een beetje op orde aan het krijgen zijn. En ik vind dat wij dat een stukske mee kunnen ondersteunen. Een beetje aan hun kant gaan staan, want er zijn er in de maatschappij genoeg die van de zwakte van hen durven profiteren.’ Eens mee helpen verhuizen, de huisbaas bellen om een verwarming te doen herstellen, een administratieve knoop helpen losmaken: ‘Waarom zou ik dat niet doen? We ruimen dat uit de weg, en dan gaat het beter op het werk en in hun leven. Ik probeer verder dan ver te gaan voor mijn mannen’, zegt Denis.

Gezien!

Maar hij blijft de baas. ‘Er moet wel gewerkt worden. En fatsoenlijk! Als daar iets mankeert, ben ik de eerste die zal roepen: Stop! Zie nu toch eens wat hier gebeurt. Bij mij moet niemand zich wegsteken of de kantjes er vanaf lopen.’  De mannen accepteren dat. ‘Ze weten vanwaar ik kom. Dat ge, zoals ik, uit de shit kunt geraken. Dat probeer ik mee te geven aan mijn team.’ En dat is blijkbaar wat ze gezien hebben, die werkmannen. Die woorden van aanmoediging op de kaart, daar op ‘den bureau’, zeiden alles wat nodig was.