Op m’n achtste besloot ik al dat ik chocolatier wilde worden

Pralineliefhebbers, aandacht! Als je nog eens zo’n hemelse lekkernij degusteert, bedenk dan met hoeveel ambachtelijke aandacht dat zoete kleinood is vervaardigd. Chocolatier Gory Vervoort vertelt dat er minstens 10 handelingen aan te pas komen voor jouw praline in een doosje zit. ‘Veel mensen vinden pralines duur. Maar wie achter de schermen kijkt, verstaat waarom dat zo is. Niet alleen de ingrediënten kosten geld, maar al die handelingen vragen tijd en aandacht.’ Gory is trots op zijn vak, en blij dat hij dat bij TWERK mag uitoefenen. ‘Ik werk graag heel hard. Omdat ik het lastig heb met slapen, zorg ik ervoor dat ik ‘s avonds uitgeput ben. Dat mijn energie weg is. Zodat die denkmolen niet aan kan slaan als ik in bed kruip.’

Noem het gerust een roeping. Toen Gory acht was, wist hij al dat hij chocolatier wilde worden. Als kleine manneke liep hij veel rond in de bakkerij van zijn familie. Pudding maken, fruit op taartjes leggen: hij vond het heerlijk om te doen. Gory werd bakker en gooide er nog een specialisatiejaar crèmerie en chocolatier bovenop.

Maar Gory was anders dan de andere kinderen. Graag op zichzelf, hield niet van grote groepen. Concentratieproblemen op school. Was niet zo’n knuffelaar. Op school was hij een gemakkelijke prooi voor pesters. In het bijzonder lager onderwijs hield het pesten op, maar in het middelbaar kwam dat weer terug. ‘Ik heb daardoor een zwaar verleden gehad’, zegt Gory. ‘Ik zat in psychiatrische instellingen en kwam in een fout milieu terecht. Met drugs voelde ik de pijn niet meer. Ik kon er de pesterijen mee verdringen.’

Werken bij TWERK past prima. Hier kan ik ook oefenen om mijn emoties te herkennen en er positief mee om te gaan.

Dat hij autisme heeft, werd pas duidelijk toen hij 22 was. Hij woonde acht maanden in een centrum om te leren omgaan met zijn beperking. Gory: ‘Ik heb autisme en ADHD. Dat zijn niet de beste vrienden. Autisme zegt doe het rustig en ADHD zegt geef maar gas. Daar moet ik ergens een middenweg in zoeken. Hard werken helpt, want dat maakt me moe en dan slaap ik beter. En werken bij TWERK past prima, want hier kan ik ook oefenen om mijn emoties te herkennen en er positief mee om te gaan.’

De obstakels van autisme

Gory doet zijn uiterste best om zo normaal mogelijk te kunnen leven. ‘Maar wij, mensen met autisme, hebben gewoon veel meer obstakels om dat te doen lukken. Wij krijgen prikkels van buitenaf ongefilterd binnen. Onze hersenen kunnen die niet dempen. Ik geef een voorbeeld: Als jij nieuwe sokken hebt, dan voel je die de eerste vijf minuten spannen. Wij voelen dat de hele dag. Of geluiden zoals de ruis van een tv die uitstaat: die blijven wij gewoon horen. Onze hersenen kunnen niet filteren wat belangrijk is en wat niet. Dat maakt dat we overprikkeld raken. En dat zet de denkmolen aan de gang. Het ene triggert het andere. Dat leidt op den duur tot stress die niet meer stopt.’

Emoties herkennen is nog zo’n uitdaging. Leren begrijpen welke emotie in zijn lichaam speelt, en hoe daarmee om te gaan. ‘Het blijft nog altijd wel zoeken, elke dag, hoe ik met dit of dat probleem moet omgaan. Als iets mij irriteert, dan moet ik weggaan. Een veilige ruimte creëren voor mezelf en voor anderen. Want zo’n woedeaanval als ik soms heb, die wil je niet hebben. Als zo’n moment daar is, dan weet ik niets meer. Dan wordt alles zwart. Daarna ben ik totaal uitgeput en moet ik slapen.’

Het probleem met autisme is ook dat je niet luistert naar je lichaam, vertelt Gory nog. Hij kan hard werken en blijven doorgaan. Met rugpijn en al. Pas als het echt fysiek niet meer gaat, kan het niet meer anders dan ingrijpen. ‘Ik wil altijd andere mensen gelukkig maken. Daar is niets mis mee, behalve als dat te ver gaat. Dan verlies je jezelf.’

Aanpassen om geen pijn te moeten voelen

Jezelf verliezen, wat is dat dan, vraag ik. Gory: ‘Dat je je zo gaat aanpassen aan andere mensen waardoor je niet meer weet wie je bent. Je manipuleert jezelf dan zodanig om toch maar in het rijtje te passen. Je wil er gewoon bij horen. Ik ben gepest, uitgelachen. Dus eender wat je denkt te moeten doen, doe je toch maar, gewoon om erbij te horen.’

Bij TWERK vindt Gory de ruimte om daar een nieuwe weg in te vinden. Daar spreken anderen hem aan als hij te hard werkt en erover dreigt te gaan. Daar kan hij het gewoon zeggen als hij eens een slechte dag heeft. Ook de begeleiders doen dat. ‘Dus wordt het gewoon gezien als normaal als je eens een lastige dag hebt. Niemand wijst hier iemand anders met de vinger. Zo zou het eigenlijk overal moeten zijn. De mensen zouden dan gelukkiger zijn en beter presteren.’

Een ‘undercover’ chocolatier, gelukkig toch ontmaskerd

’t Is eigenlijk best wel grappig. Chocolatier Gory solliciteerde bij TWERK en werd ingedeeld in de poetsploeg. Niemand van de doorverwijzers had verteld dat hij het diploma op zak had. En de begeleiding had er niet naar gevraagd, omdat ze versterking zochten in de kuisploeg. Gory had er zelf niks van verteld, al hoopte hij wel op groeimogelijkheden. Op een dag kwam het dan toch terloops ter sprake. ‘Dat was een grote verrassing voor de begeleiding. Ik kon meteen halftijds beginnen bij de chocolade, en nu doe ik dat voltijds.’

Hij houdt van zijn werk. Het tempo mag hoog liggen. Er mogen meerdere taken tegelijk op zijn lijst staan. Hij kan ook wel eens iets nieuws uitproberen. ‘Ik denk nu bijvoorbeeld aan een witte praline met een roze vulling. Dat oogt heel mooi, en is eens iets heel anders dan een praliné vulling.’ Gory lacht en haalt zijn schouders op. ‘Ik vind het plezant. Het is een interesse. Sommige mensen sleutelen graag aan auto’s. Ik heb dat met chocolade.’