Verbinding scheppen, de basis van ’t Gerief

Wat doen we wanneer we, hopelijk na de zomer, weer als ondersteunend team samen op kantoor zullen mogen werken? Hoe slaan we de brug van deze moeilijke en vaak eenzame tijd van thuiswerken naar een hernieuwde teamspirit? Hoe verteren we samen de groei die ’t Gerief (vanaf juli 2022 wijzigde de naam naar ‘Contenti’) doormaakt? Leen Van Ginneken, stafmedewerker bij het dienstenchequebedrijf, wil nu al zorgzaam denken aan die overgangsperiode. Ze praat erover met dr. Erna Claes, psychologe en trainer rond thema’s als welbevinden en perfectionisme. Erna kent de organisatie al bijna tien jaar van binnenuit.  Een gesprek over de seizoenen, roedels en voedingsbodems. Of hoe de natuur haar inspirerende adem blaast in het handelen van ’t Gerief.

In het ondersteunend team van ’t Gerief was de werkdruk nooit zo hoog als vandaag, vermoedt Leen. Thuiswerk lijkt dan wel ontspannen, maar is het in de praktijk allesbehalve. Perfectionisme – en alle twijfel die daarbij komt kijken – krijgt thuis nog meer ruimte. Collega’s zijn op zichzelf aangewezen voor de organisatie van hun werkdag, en schieten geregeld door in het opstapelen van nog meer taken om het maar goed te blijven doen. Veel informele lijntjes, die op kantoor vanzelf lopen, rafelen uit. Er moet meer moeite gedaan worden om op de hoogte te blijven en elkaar op de hoogte te houden van het reilen en zeilen. Af en toe een wandeling met een collega helpt een beetje, maar er is meer nodig.

‘Verbinding lijkt in deze tijd meer dan ooit aandacht te vragen. Hoe doen we dat goed, wanneer we weldra weer samen op kantoor verschijnen’? – Leen Van Ginneken

De seizoenen: ‘herfsten’

Erna: ‘Aan onze burelen, achter onze computers verliezen we de verbinding met onze omgeving. We vergeten dat we een lijf hebben. Vooral ons hoofd is aan het werk. We zitten de hele dag. We raken ons realiteitsbesef kwijt.’

Erna begeleidde het team al in ‘breinvriendelijk werken’. Met inzichten rond hoe het brein oververhit raakt van multitasken en tips om regelmatig pauzes te nemen en te verstillen in een drukke werkdag. ‘Herfsten’, noemt Erna het, met niet zomaar een knipoog naar de seizoenen. Want vroeger, toen de mensen nog op het land werkten, was er vanzelf een tijd van werken en van rusten. Dat bood de mensen structuur die er vandaag niet meer is. Omdat we niet langer op het land, maar vooral digitaal werken.

Leen: ‘Het is tijd om die lessen over breinvriendelijk werken nog eens terug vast te pakken. Ik hoor immers veel signalen over werkdruk en overbelasting bij medewerkers.  Wat maakt dat collega’s die inzichten kwijtspelen?’

Erna: ‘Nu die structuur van buitenaf er niet meer is, moet die van het individu komen. De verantwoordelijkheid voor werk en rust is bij de persoon komen te liggen. Die lange periode van voornamelijk thuiswerk heeft dat nog versterkt. Reken daar de hoeveelheid taken bij die al zoveel breinkracht nodig hebben, en de structuur belandt in de vergeethoek. Op een bepaald moment, wanneer de druk te hoog wordt, kan je die nodige zelfzorg niet meer opbrengen. Precies dat maakt het thuiswerken zo moeilijk. En toch, we moeten proberen te herfsten. Elke 45 minuten opstaan, van je computer wegstappen. Een machine was insteken of een boterham smeren is geen zonde hé. Ook dat is herfsten.’

Roedels en kudde

Leen: ‘Verbinding is bij ’t Gerief een heel belangrijk thema. En nu lijkt die verbinding extra aandacht te vragen. Tegelijk groeit de organisatie, en ook in de nabije toekomst zet die groei zich nog door. Wat moeten we in de gaten houden, vind je?’

Erna: ‘Ha, naast het principe van de natuurlijke ritmes van rust en actie is er het principe van de grootte van de kudde. Kijk, tussen de acht en twaalf mensen kan je nog echt contact hebben met elkaar. Dan kan je met elkaar samenzijn en verbinden. Dat noem ik een roedel. Daar is zorg voor mekaar en samenwerken vanuit ieders kracht. Als de groep groter wordt, krijg je het gedrag van een kudde en dan wordt het eenheidsworst.  Dus is het goed om nu te kijken hoe ’t Gerief zich wil organiseren. Om na te denken hoe de helpsters ondersteund worden en de opleiding met veel aandacht in de jaarplanning op te nemen. Met groepen waarin mensen elkaar nog kunnen kennen.’

Leen: ‘Het traject rond klantgericht werken, voor de helpsters, komt dan nu wel op een goed moment. In de groei van ‘t Gerief, en toch verbinding houden.’

Voedingsbodem eren

Erna: ‘’t Gerief heeft een hele sterke voedingsbodem. De uitdaging is nu om in de groeifase geen verdunning te krijgen. Dus is ook de vraag: hoe schep je voor nieuwe mensen kansen om te ervaren dat wat er gedaan wordt en hoe het gebeurt te linken met de visie van de organisatie. Dan moet je de dingen benoemen en blijven benoemen.’

Leen: ‘Dat zit tot nu toe mooi verweven in hoe wij onze coaching van helpsters aanpakken. Ik denk dat, wanneer wij met z’n allen terugkomen naar kantoor, we opnieuw het verhaal moeten beginnen vertellen over onze waarderende kijk. Dat zou een manier zijn om weer terug een cosy werkplek te vinden. Ik denk dat we nu al in onze agenda’s adem moeten houden om het over die thema’s te hebben samen.’

Erna: ‘Weet je, we zien bij mensen drie basismotivaties: autonomie, verbondenheid en competentie. Wat we in deze tijd van thuiswerken opmerken is dat het gevoel van competent zijn vermindert, precies omdat de rechtstreekse verbinding met elkaar verzwakt is. Het wordt nu echt nodig om verbindende activiteiten te gaan doen: verbinding met de visie vanuit verbinding met elkaar.’

‘Verbinding maken met de visie vanuit verbinding met elkaar. In roedels liever dan een te grote kudde. En samen benoemen, blijven benoemen.’ – Erna Claes

Leen neemt het mee. Het nadenken, vooruitkijken en creatieve manieren verzinnen gaat verder. Want die verbinding is de absolute basis van ’t Gerief. Daaruit groeit veerkracht en bevlogenheid. Leen: ‘Blijven benoemen wat er is, wie wij zijn en hoe wij het samen doen. Samen blijven benoemen, daar wil ik voor gaan. Zodat we het samen weer zien en een doorstart kunnen maken naar een nieuwe tijd.’

Tijd maken voor de mens achter de medewerker

Je kind, een uk van een jaar of tien hoort van een vriendje op school dat zijn mama ‘maar een poetsvrouw’ is. En dan, tijdens een huiselijk akkefietje kijkt het ventje je aan en roept: ‘Jij bent maar poetsvrouw, en poetsvrouw zijn is niet belangrijk.’ Je reageert flink, maar je hart breekt. Want je kind raakt een pijnlijke plek. Jij twijfelt immers ook al zolang aan jezelf. Je voelt het soms zelf, wanneer je werkt bij dat gezin waar – als je ’t eerlijk toegeeft – je te weinig werk omhanden hebt. Het knabbelt langzaam aan het gevoel dat je werk nuttig is. En als je na weer zo’n dag thuiskomt bij je kroost en een inboedel die lijkt ontploft, dan zucht je dat ’t allemaal niet meer hoeft. Dat het niet te doen is. Dan geef je op, diep vanbinnen. Je wil gewoon overleven, en zoekt je weg om je gezin aan de draai te houden. Je wil je laatste greintje zelfrespect behouden.

 

En dan geef je verpakte signalen aan je werkgever. Je laat weten dat je in de schoolvakantie niet komt werken. Schoorvoetend. In bedekte termen. Op papier, want je wil er niet over praten. Je wil niet nog meer geknabbel aan je eigenwaarde. De grens is bereikt.

Iemand wil je begrijpen

Die werkgever is dienstenchequebedrijf ’t Gerief in Herentals. Jobcoach Cathy Bos kijkt verbaasd naar je verlofaanvraag. Je meldt zes weken afwezigheid? Hmm, dat is niet de afspraak. Cathy belt je op. Je praat wat om de situatie heen. Dat je geen opvang hebt voor de kinderen. Dat je niet weet hoe de boel rond te krijgen.  Dat je kinderen een beetje speciaal zijn, extra zorg nodig hebben en erg veel aandacht vragen.

‘De medewerker aarzelt. Tijd maken voor jezelf, dat is nieuw, dat is onwennig, confronterend misschien.’

Cathy vraagt, luistert, is nieuwsgierig. Ze wil je begrijpen. Ze wil je kansen geven, ze wil dat je kansen neemt. Je gaat in op haar uitnodiging voor een babbel. Je bedenkt samen dat een maand ouderschapsverlof een oplossing voor de vakantietijd kan zijn. En ze vertelt dat je bij een collega van ’t Gerief over je loopbaandromen kan praten. Zodat je kunt nadenken, kunt overwegen wat je wil en wat je niet meer wil. Zodat je even op adem kunt komen en tijd maakt voor jezelf. Je aarzelt, want tijd maken voor jezelf: dat is nieuw, dat is onwennig, confronterend misschien.

Gaandeweg de essentie vinden

Cathy vertelt: ‘Een verhaal als dit gebeurde deze zomer, met een medewerker die al vier jaar bij ons werkt. Een maand ouderschapsverlof bleek niet voldoende. Er volgde nog eentje. Tijdens de loopbaancoaching ontdekte de huishoudhulp hoe belangrijk het voor haar was om zich nuttig te voelen in haar werk. Ze wilde kunnen bijdragen, een verschil maken voor mensen die echt hulp nodig hadden in hun huishouden. En ze durfde eindelijk hardop zeggen dat ze tijd nodig heeft om bij haar gezin te kunnen zijn. Ze kreeg zicht op wat haar energie geeft en wat die opvreet. Daardoor konden we een werksituatie bedenken die beter past.’

‘Het komt erop aan om nieuwsgierig te zijn naar wat er echt speelt’, zegt Cathy. Dat je als jobcoach wil begrijpen wat er in de weg zit. Dat je niet pusht maar tijd maakt en je medewerkers de tijd gunt om orde te scheppen in hun gedachten en emoties. En dat je eerlijk communiceert en durft zeggen dat je de oplossing niet hebt maar wel bereid bent er samen naar te zoeken.

Nooit meer ‘maar een poetsvrouw’

Voor de huishoudhulp heeft die geduldige, betrokken aandacht gewerkt. Ze is niet maar een poetsvrouw. Ze is een persoon, en wordt door haar werkgever zo benaderd. ‘Ruimte maken voor de mens achter de medewerker is een keuze’, zegt Cathy. Je kunt de harde lijn kiezen, en dan ga je voorbij aan de diepere behoefte van je mensen. Of je kunt stilstaan, nieuwsgierig zijn, je afvragen wat er speelt en mensen kansen geven op het spoor te komen wat hen goesting geeft om wél te werken.’

‘Ruimte maken voor de mens achter de medewerker is een keuze. Zo kunnen mensen op het spoor komen wat hen echt goesting geeft om te werken.’

En die goesting keert stilaan weer. De huishoudhulp nam afscheid van sommige klanten en maakte ruimte voor een gezin dat haar aanwezigheid en hulp echt nodig heeft. Ze maakt een wezenlijk verschil in die levens. Cathy: ‘En wij blijven tijd maken. We blijven voelen hoe het met haar gaat. En we moedigen haar aan te vertellen wat ze nodig heeft.’ Want iemand die zichzelf een heel leven lang wegcijferde, blijft duwtjes nodig hebben om haar eigen plek in te nemen. Omdat ze die verdient, zoals we die allemaal verdienen.