Wat brengt de dag van morgen?

Kan je het licht nog zien, vraag ik hem, het licht aan het einde van de tunnel? Met door verdriet verstikte stem schudt hij aarzelend het hoofd. ‘Ik doe mijn best,’ zegt Niels, ‘het is blijven geven om te kunnen leven.’ Het corona-virus spleet het leven in een tijd voor en een tijd na. Niet dat het leven makkelijk was voordien, maar er was wel kleur. Kameraadschap. Humor. Bijna alles is nu anders. Het gemis aan nabijheid, verbondenheid, samenhorigheid en speelse plagerijen schrijnt iedere minuut. ‘Corona heeft mij depressief gemaakt. Ik ga dat nog lang meedragen. Het is een litteken.’

Niels Van Gestel is kok bij InDeSoep, een voedselproject van De Kringwinkel Zuiderkempen. De keukens, kantoren en winkel liggen in het centrum van Heultje. Aan zijn stoof produceert hij – vanzelfsprekend – soep. 65.000 liter in 2019. Die wordt geleverd aan scholen en bedrijven en aan particulieren verkocht via lokale kring- en voedingswinkels.  Naast soep gaan ook pastasalades en koude schotels de deur uit. Niels houdt van zijn werk. ‘We beginnen elke dag om 7u30. Ik kwam bij InDeSoep nog geen enkele keer te laat. Dat is ooit wel anders geweest.’ Vroeg uit bed springen is geen moeite. Want er zijn de collega’s. Soms met tien mensen tegelijk in de keuken. Werkplezier. Teamspirit. Een gezellige middagpauze. Pizza bij verjaardagen. Verkoelende waterplagerijen bij warm weer. Babbels over de voetbal en de koers. Kwinkslagen. Troosten als het nodig was en lachen zo vaak het kon.

En toen kwam het virus.
InDeSoep ging dicht.

 

In het begin ga je nog wat fietsen.
Dan begin je op te ruimen. Te poetsen. Te verven. En na een paar weken is dat ook gedaan.
Niemand aanraken. Iedereen missen. Moeder, vader, broer en zijn kinderen. Collega’s. Vrienden.
De opsluiting.
De eenzaamheid.
De laatste pilletjes doormidden breken om het bezoek aan de dokter uit te stellen.
De angst.
Gewicht verliezen.
Uitkijken naar de dag dat je weer aan het werk mag.

 

En dan breekt die dag eindelijk aan.
En bijna alles is anders.
Het is opnieuw beginnen.

Niels schrikt van de nieuwe regels. Van de werkorganisatie die helemaal veranderde. Van zijn eigen lijf dat zes kilo lichter weer aan een stevig werkritme moet wennen. Van de krimp in zijn team. De helft van zijn collega’s is weer begonnen, de anderen worden pijnlijk gemist. Een extra container doet dienst als tweede keuken, zodat iedereen voldoende afstand kan houden.

‘Ik sta daar dan te koken met een mondmasker. Als ik rondkijk zie ik bijna niemand, terwijl het hier vroeger één en al leven was. Achter mijn mondmasker, ver van mijn collega’s, voel ik me compleet geïsoleerd. Dan begint het piekeren’, zegt Niels. Ook de middagpauze brengen ze vanuit veiligheidsoverwegingen niet meer samen door. Praatjes en plagerijen zijn herinneringen uit een verre tijd. De eenzaamheid wil niet verdwijnen. De depressie is niet in een vingerknip weg. ‘Ik doe mijn best. Het is niet simpel.’

‘Die corona heeft de mensen veranderd’, zegt Niels. Ook hem. Er is de hemelse schrik om iemand ziek te maken of zelf ziek te worden. De angst voor een volgende lockdown zit er diep in. Hij is mensenschuw geworden, vertelt hij. Gevoelig voor woorden die mensen gebruiken. Een verkeerd woord kan heel diep raken. Er is oud verdriet dat weer heel aanwezig is. Niels: ‘Een rollercoaster van emoties. De corona-tijd heeft dat allemaal veel intenser gemaakt.’

Het is blijven geven om te kunnen leven, zegt Niels enkele keren tijdens ons gesprek. Vechten om overeind te blijven. Dat vraagt veel wilskracht, merk ik op. En wilskracht is een sterke kracht, die ons vooruit duwt. Maar we hebben ook iets nodig wat ons aantrekt. Een horizon die hoop geeft. Hoe doen we dat, hoop hebben in een tijd waarin alles veranderd is en de toekomst verre van geruststellend lijkt? Hoe doet Niels dat?

‘Ik heb andere mensen nodig om mij heen’, zegt Niels. ‘Goedlachse mensen. En kleine dingen zoals samenwerken, samen spelen, samen eten: dat houdt mij aan de gang.’ Hij probeert te vertrouwen dat het op een dag weer goed komt. Hij wil gewoon weer dat geluk voelen van voorheen. ‘En dan zeg ik tegen mezelf: Komaan Niels, we gaan ervoor vechten.’

De betovering bij InDeSoep heeft zich verstopt.
Corona kwam ertussen.
Nabijheid maakte plaats voor veilige afstand.
Misschien komt ze ooit terug, die betovering.
Dan lacht Niels terug om een fladderende vlinder.
Dan geniet hij weer van babbelende kinderen op de speelplaats.
Dan voelen collega’s zich verbonden met elkaar.
Als we samen de hoop vasthouden,
en vastberaden blijven dromen van een nieuwe tijd.

Vertel het verder



In gesprek met

Niels Van Gestel (33) groeide op in Grobbendonk en woont sinds kort in Schilde, waar hij een duplex appartement deelt met een vriendin. Niels kreeg een opleiding tot kok en werkte in uitdagende keukens van bekende restaurants. Na gezondheidsklachten nam hij afscheid van die sector. Sinds 2018 kwam Niels aan boord van het voedselproject ‘InDeSoep’ in Heultje.

Dit verhaal werd gepubliceerd op 24 juni 2020.


Het verhalenproject

Groep Talent bundelt het talent van 5 bedrijven uit de sociale economie in de Kempen. Samen met ‘Nieuwmakers’ nodigt Groep Talent mensen uit om te praten over ervaringen, gebeurtenissen, ideeën, waarbij ‘waardigheid’ het centrale thema is.
Het verhaal van Niels werd neergepend door Griet Bouwen.